De verdwenen stad.
Vineta behoorde eens tot de grootste en fraaiste steden van geheel Europa. De stadspoorten waren van metaal; de menschen, die er woonden, waren heel, heel rijk, kookten hun eten in puur zilver en gebruikten vorken en lepels van 't zuiverst goud. Daar de inwoners van de stad echter overmoedig en goddeloos werden kwam het tot een treurig einde.
De zee kwam opzetten en de stad zonk weg in de diepte.
Daar in de Oostzee, niet ver van het eiland Wollin, is de stad verzonken. Als de zee rustig is, zien de schippers diep in het water nog de straten en de huizen van een deel van de stad. En op Zondagen, bij recht stille zee, hoort men boven Vineta nog den toon van de klokken, die in de diepte geluid worden.