De weeke wol.
Er waren eens tien vreemden; die kwamen in de Zwitsersche bergen, en toen zij boven van eene hoogte in een afgrond neerkeken, zagen zij daar diep beneden witte nevels drijven. Ze waren echter nog nooit in 't gebergte geweest en meenden, dat dat witte wol was; daarom waagde een, naar beneden te springen en zei: ‘Dat zal mij geen kwaad doen; de wol is zacht en daar val ik als op een zacht bed in neer.’ Toen hij beneden was, had hij zijn been gebroken en riep uit den nevel naar boven: ‘Wat dolle streek!’ De anderen echter verstonden: ‘Als wol zoo week.’ En daar zij ook wat van die wol wilden hebben, sprongen alle negen hem achterna.