Volledige werken van den ouden heer Smits. Deel 3(1883)–Mark Prager Lindo– Auteursrechtvrij Inhoudsopgave Uit den Nederlandschen Spectator. Uit den Nederlandschen Spectator. Eene taalkundige les. Eene vernederende bekentenis. Wie is het? Een zeer voordeelig beroep. Een vonkje. Eene vossenjacht. Iets over ‘niets.’ Tusschen Rotterdam en de Moerdijk. ‘Niemand.’ Eene zoölogische studie. Proeve van eene groote opera, met ballet, enz. Een ‘ouderwetsche hollander.’ Land- en volkenkunde. Eene eerste en laatste liefde, eene zeer sentimenteele geschiedenis. (Voor de Dames.) Brief van en over een parvenu. Onze vrienden. ‘Doodfamiliaar.’ Variaties op ‘le carneval le Vénise.’ Een blik in de geleerde wereld. Een fijngevoelig mensch. De volmaakte briefsteller. Iedereen. Geen pruttelaar. De drie gratiën. Mijmeringen van een telegrafist. Een heel aangenaam gesprek met mijner vrouws tante. Een atelier. In de vrije natuur. Eene heel nieuwe uitvinding. Zoo'n prul van een dansmeester! De Champignons op reis. Ons oud huis. Een bezoek in een deftig huis op de Heerengracht. Les fanfarons de vice. Getobd. Hoegenaamd geen ploerten. Iemand van belang. Aan het venster. A. keer terug! Schrijven aan een zeer ernstigen vriend. Een geheel nieuwe medewerker. Een nieuwe almanak. Mijn Sinterklaas. Zoo moederziel alleen. Een warme dag. Het begin van de lente. Een inval. Eene stille stad. Een wanhopig besluit. Zeer waterachtig. Een gelukkige dag te Scheveningen. Eene zoete mijmering in de warmte. Eenige zeer bonte zeepbellen. Morgen! Eenige maatschappelijke hommels. Peripatetische wijsbegeerte. Antwoord op een ‘brief aan den ouden heer Smits,’ voorkomende in No. 1 van ‘Het Landswelvaren,’ Tijdschrift tot bevordering der belangen van de Nederlandsche vereeniging tot afschaffing van den sterken drank. Een wetenschappelijk bezwaar. Brieven van een Japanschen dwarskijker. Het laatste woord van het Oude Jaar. De heer Zuur. Broodschrijvers. Brief van een slachtoffer der lente.