Spolia mundi(1949)–Jacques Schreurs– Auteursrecht onbekend Inhoudsopgave De krekel op de harp [I] Amsterdam Amsterdam Kerstmis in Amsterdam Vondelpark (variant) Sneeuwlandschap bij Amsterdam Het warenhuis Stadsschouwburg De Emmausgangers Het hert op de Dam Christofoor op het IJ [II] Intermezzo De gedaante Nocturnen De soldaat Cimetière des Incurables Terug naar Ithaca [III] Het plantsoen Het plantsoen De haas De hanen Honden De herten De kleine hond De domste dieren De geit Het paard Het bokje Vogels Duiven Ganzen Eenden Zwanen Rumor in casa Waar een haan... Bijen Modónnoc [IV] Arcadia [Arcadia, van herders en van fluiten] [Van weemoed en verwondering bevangen] [Aan de ingang van de morgen rezen waterhozen] [Zij voedt haar kinderen met vogelzang en rozen] [De engelen die we ons droomden blijven ons begeven] [Heb ik dan mijn hoop in de mens verloren] [Wie houdt de luister van het kind verscholen] [En wie bestond het op zijn aards bestaan] [Sneller dan water is mijn tijd verlopen] [Geen land hoe ver of 'k maakte verre reizen] [Mijn voorhoofd staat met zweet en as beschreven] [Aan wensen rijk, een leven lang beleden] [Avond des levens die uw schaduwbeelden] [De mens, steeds even groot als zijn gedachten] [Als in dit land de koekoek zich doet horen] [De zware pracht van ene vruchtentak] [Ik had uw dag geroken en bij rozen] [Nu gaat Maria door het morgenuur] [Leer mij de onschendbaarheid van uw gave] [Nacht, toen het vuur niet uitging in de rozen] [De wereld schrok van die sublieme roof] [Toen zij dan in een goddelijke slaap] I II III IV V VI VII VIII IX X XI XII