Spolia mundi(1949)–Jacques Schreurs– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 62] [p. 62] De geit Achter de schuur van Jeuken blaat de geit De ganse nacht in haar verlatenheid; En ik die stom in 't zakkeduister tuur - Wat kán ik voor die klagende gebuur Dan toezien met de hand aan het gelaat Hoe wit een dier soms in het donker staat? Want sneeuwwit is haar kleed, maar zwart als inkt De duisternis die in haar ogen blinkt. Vorige Volgende