Spolia mundi(1949)–Jacques Schreurs– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 58] [p. 58] Honden Geschilderd en als speelgoed bijgezet Bij koningskind'ren soms op een portret, Kan ik die rasbandieten éven velen; Waarom mijn afschuw langer nog verhelen! Ik haat ze niet; 'k vind ze allen even erg: De hazewind, de buldog en de dwerg; In huis, op straat, op jacht en aan de keten; Vooral op schòot ben ik op hen gebeten! Doe ik u ongemak (doch zwart is zwart!) Daar ik de honden én hun heren tart: De prins, de proost, de veearts en de freule? - Ik kan de méns niet met de hónd zien heulen! Genoeg ervan; - en van hun deugden ook! Behalve trouw en vlijtig aan de knook, Wordt er geen haar dat deugt aan hen gevonden; Hoe groot of klein ze zijn - ze blijven hónden! Vorige Volgende