Spolia mundi(1949)–Jacques Schreurs– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 57] [p. 57] De hanen Wie die de glans van een geluk ontwaarde, Kraait het zo luidkeels zijn gebuur in 't oor En geeft het prijs aan hemel en aan aarde Gelijk de hanen, dat hartstocht'lijk koor dat plots om middernacht de dag verklaarde? En aarde en hemel gaf de boodschap door, Zodat de Mens, uit zijne slaap gerezen, Zich d'ogen wreef en tegen wil en dank Wel weten moest: dat het weer dag ging wezen Met werk en ongemak van lijfs- en zielsgebreken - Zó hevig en aanhoudend kwam die klank! Doch toen zijn ogen nog in duister keken Heeft hij zich gemelijk vermeid in wanen En, daar geen dief of duivel daar omtrent Zich schuil hield, zich weer wrokkend op de hanen, Zijn peluw en zijn droomland toegewend. Vorige Volgende