Spolia mundi(1949)–Jacques Schreurs– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 105] [p. 105] [Toen zij dan in een goddelijke slaap] Toen zij dan in een goddelijke slaap Der wereld en der blikken werd onttogen, Stond God daar in het wezen van een Knaap En vroeg de kring: Wie zoekt gij dus met de ogen Waar 't hart slechts volgen kan? - En iemand zei, Het hoofd belérend naar de Knaap gebogen: Zij voer omhoog, ons hart mêê in haar zij'. Vorige Volgende