Spolia mundi(1949)–Jacques Schreurs– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 83] [p. 83] [Van weemoed en verwondering bevangen] Van weemoed en verwondering bevangen Onder een groene avondhemel van April Verliezen we ons in stemmen en gezangen Maar zo bevrijd niet meer als God ons wil - Zo eind'loos niet op vleugelen gedragen Over de grijze wal van kim en tijd Als toen wij zonder raadsels nog en vragen, In spiegels zagen van vergankelijkheid. Maar God duurt voort: voor al zijn late zonen Verwikkeld in hun spel van lief en leed, Heeft hij het dal sneeuwwit met anemonen - De heuveltop met avondrood bekleed; De merel smeekt, de krekels in de zoden Zingen het licht uit en de bouwval rond, Door gras en lissen dwalen jonge goden - De dood in 't hart, met fluiten aan de mond. Vorige Volgende