Spolia mundi(1949)–Jacques Schreurs– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 86] [p. 86] [De engelen die we ons droomden blijven ons begeven] De engelen die we ons droomden blijven ons begeven En waar Gods spel in ons raakt nimmer moe gespeeld Blijft slechts de droom rond hoge toppen zweven - Het zwaarste in ons weegt immer 't benen beeld, De god der aarde, die de oude voedster voedde Met vogelzang en bloesem en, doorluchte Moer, Steeds barensreê en nimmer barensmoede, Weer 't voorjaar binnenhaalt als feestlijk troubadour; En telkens weer opnieuw hult ze ons in lammer-vachten Die telkens weer vergeten dat wij wolven zijn, Tot plotsling ons de nagels wassen door het zachte en Ontstellende bedrog van de gevloekte schijn. Vorige Volgende