Spolia mundi(1949)–Jacques Schreurs– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 85] [p. 85] [Zij voedt haar kinderen met vogelzang en rozen] Zij voedt haar kinderen met vogelzang en rozen, Bedwelmt hen met een wijn waarvan de zwijmelschaar Van haar gevallen goden kantelt in de hulpeloze Gestalten van dronkaard, minnaar en bedelaar; De liederen van Pan, door satyrs aangeheven, Doorhuiv'ren als een koorts het rusteloze bloed Wanneer, de nachten lauw, de dagen loom van leven, De nymphen van de stroom, silenen van de vloed, Met Tritons stoeien toetend in hun horens - En 't lijf der slang schuurt als een zucht door 't riet. Wat baat dan soms 't vermaan der kalme klokkentorens, 't Patriarchaal bewind van een gekerstend lied Als wil en tucht bijt schuimend in de breidel Bij 't lied der schelpen kokend onder 't kroos, Als 't brood der leer wordt op de lippen ijdel En 't Brood der Engelen niet zelden voos? Vorige Volgende