Spolia mundi(1949)–Jacques Schreurs– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 33] [p. 33] [II] Intermezzo [pagina 34] [p. 34] De gedaante Aan de hand van een grote gedaante Ging ik door een donkere tuin; Soms dacht ik: 't was slechts een geraamte - Maar haar hand lag warm op mijn kruin. Ontzag vervulde mijn wezen; Daar zij haar geheim niet schond, Zocht ik uit haar zwijgen te lezen Wat ik in haar woorden niet vond. Eens aanleunend aan haar sterkte, Doorvoer me een ondraaglijke pijn Toen 'k plots als vernietigd bemerkte Dat zij was die ik had kunnen zijn... Aan de hand van een grote schaamte Ga 'k sinds door een donkere tuin; Soms denk ik: ze is slechts een geraamte - Maar haar hand ligt zwaar op mijn kruin. Vorige Volgende