Spolia mundi(1949)–Jacques Schreurs– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 32] [p. 32] Christofoor op het IJ De veerbel luidt; - en bij de tiende keer Beurt hij de kop bij 't kraaien al der hanen En strompelt op zijn klompen naar het veer En werpt de ketting los en stoot van wal; Dan, met de nachtwind machtig in zijn manen, Vaart vloekend Christofoor door het heelal Tot plots een kind, slechts in een klein dun hemd, Een handje om zijn grote vinger klemt - En dan op eenmaal hangt zijn baard vol tranen. Vorige Volgende