Spolia mundi(1949)–Jacques Schreurs– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 109] [p. 109] IV Onzegbaar groot komt dit Geluk mij voor Waarvan geen talen spreken van 't hoe zoet, Hoe diep en duurzaam: Heil, waarvoor de voet Van wie 't beseft al 't and're stoot te loor; Want wie beseffen mag heeft reeds zijn wit Getroffe'en, boven Dood en Tijd gesteld, Verwijdt zijn blik zich reeds op hemels veld - Verwijlt de ziel in 't nameloos na-dit. Vorige Volgende