Spolia mundi(1949)–Jacques Schreurs– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 74] [p. 74] Bijen Toen een tor met zwaar geronk Uit een lucht vol donderkoppen Landde bij een bijenhonk En om onderdak zou kloppen, Stoven vinnig, vonk na vonk, Duizend darren uit hun doppen Die haar vroegen wie en wat; Toen de tor zei dit en dat, Duidend op de regendroppen En het hevig hemelnat, Schudden zij met hete koppen: Neen, - geen stoel is vrij, geen mat! Maar een bij met stuifmeelmoppen Glinsterend van arbeid, zei: Sorry, sir - er is belet, Want na millioenen poppen Ging Cleopatra daarnet Weer opnieuw in 't kinderbed. Vorige Volgende