Spolia mundi(1949)–Jacques Schreurs– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 116] [p. 116] XI In de armoe van mijn geest heb ik betracht De jammerlijke leegheid mijner handen En tot gebed hen voor U saamgebracht: Scheppingen van Uw Geest, doch niet ten schande Maar tot verheerlijking én tweelingbroers: Erbarm u hunner om de allene gave Van deze ziel die, wilde duif, haar koers Uit hen neemt pijlsnel naar Uw verre Haven. Vorige Volgende