Spolia mundi(1949)–Jacques Schreurs– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 103] [p. 103] [Nacht, toen het vuur niet uitging in de rozen] Nacht, toen het vuur niet uitging in de rozen, Wek mijn verbeelding, houd uw dichter waak Bij Haar ontslapen, nacht der namelozen Die toezien hoe de goddelijke vaak Haar willoos maakt en Haar te kleine handen Een doelloos hoopje sneeuw nog in Haar schoot. Een stem zegt: Dochter; Moeder, zegt een Ander En als een Derde: Bruid zegt, staart zij groot En juicht haar hart op cymelen en fluiten De hemel toe. De nacht krijgt een verschiet. En die daar op de drempel knielen buiten, De namelozen, zingen een nieuw lied. Vorige Volgende