Winde-kelken(1859)–J.P. Hasebroek– Auteursrechtvrij Inhoudsopgave [Voorwoord] Lofzang aan God. Kruislied. Op den goeden vrijdag. De lof der almagt. (In den winter van 1854.) De onmisbare reisgenoot. In den dom. Driederlei zending. De onbekende. Jubelzangen, ter gelegenheid van het tweede eeuwfeest van het diakonie-weeshuis der ned. herv. gemeente te amsterdam gevierd den 15den dec. 1857 in de nieuwe kerk. Feestgroet aan het diakonie-weeshuis, (Bij dezelfde gelegenheid op het feestmaal voorgedragen.) Kersnacht. Nieuwjaar. Gij bloeit steeds voort. Op moeders jaardag. Een nieuw lied. (Na de bijwoning van het inwijdingsfeest van een nieuw schoollokaal voor havelooze kinderen te amsterdam.) Ballingschap. Aan mijn gade. (In een door mij vervaardigd gebedenboek). Tot hoe lange? (Nog een smeekschrift voor de vrijmaking der slaven.) Onze vriendschap; aan Nicolaas Beets. (Op een gedenkdag.) Aan denzelfden; Op den verjaardag zijner ontslapene gade. Boekweit. Aan de lente. Voorsmaak. Herinnering. Dagelijksch manna. (In den bijbel van een nieuw verbonden echtpaar.) Een lied in drie talen. Vergeet-mij-niet. Aan Alphonse de Lamartine. Troost. Vergoeding. (Bij een doopfeest.) Bij den dood mijns vaders. De eerste kerkdienst in de haarlemmermeer. (2 December 1855.) Bij een bruiloft, te Haarlem gevierd. Bij eene dergelijke gelegenheid. Herbergzaamheid. In het album van mevrouw..... Mijn beschermengel. In de broeikas. Bij het sterfbed. Aan de komeet van Donati. Vrij en onvrij. Aan mijn vriend Dr. H..... Bij zijn vertrek naar de Kaap de Goede Hoop. Herfst. Op de nieuw voltooide uitgave van al de Dichtwerken van Bilderdijk. Berusting. De rust eens leeraars. (Aan twee jonge vriendinnen, in dank voor een schoon bewerkten ruststoel.) Geen erfgoed. (In het album eener jeugdige vriendin.) Zaaijen. Avondles. Aan een kind. Bij het graf. Aan mijn voormaligen discipel, den zendeling S.E. Harthoorn. (Bij zijn vertrek naar Java.) Het orgel. Aan mijne gade; op onzen trouwdag. Vroege keuze. (Aan een jonge vriendin.) Aan Wichern, den apostel der binnenzending. Zending-bidstond. Aan een toonkunstenaar. Aan Betsy. Vroege smart. Eens christens zwanenzang. (Het slot der mémoires van A. Bost in dichterlijken vorm vrij gevolgd). Bij het Noord-Hollandsch Kanaal. Eenheid en verscheidenheid. De achttienjarige Prins van Oranje in het bedehuis. In de Zuidzee. Het dichterlijk driemanschap, (Ten zelfden jare (1832) ten grave gebragt.) Mijne verzen. Aanteekeningen.