Winde-kelken(1859)–J.P. Hasebroek– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 157] [p. 157] Berusting. 'k Bezocht een kranke tot den doode, Een Bruîgom, wie een andre Bruid Al spoedig in haar armen noodde: De dood, ach, zag hem de oogen uit! En 'k voelde deernis met den arme, Zoo vroeg, zoo wreedlijk afgesneên. - Och of de Heere zich erbarme! Wèl loopt uw weg door 't donker heen! - - Zie, zeî de kranke, zie dit roosje, Dat 'k uit den bloemhof plukken liet; 't Verheugt mij door zijn purperbloosje!.. 't Is alles, wat een kranke ziet! - [pagina 158] [p. 158] - Ei, dacht ik, sneedt gij voor uw lusten Dit bloempje van zijn stengel af, Dan wil ik er ook in berusten, Als God u afplukt voor het graf. Voorzeker dat hij in zijn hoven Omhoog een bloem als gij behoeft! Wij willen in zijn doen Hem loven, Die nooit al plagende bedroeft! - Vorige Volgende