Winde-kelken(1859)–J.P. Hasebroek– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 86] [p. 86] Boekweit. In elke bloem der velden is Een les of een geschiedenis. Ledeganck. 'k Zie uw hagelwitte golven Hupplen, zilvren boekweit-zee, Die hier de aard' hebt overdolven: 't Hart danst op die golven meê, En geeft weêrgalm op den klank, Die mij tegenruischt: wees blank! O hoe streelen mij de geuren, Die ge uw bloemen walmen doet, En de windjes tot mij beuren! 'k Proef daarin des honigs zoet. Zoete roepstem voor 't gemoed: Wees niet rein alleen, wees goed! [pagina 87] [p. 87] Nog slechts kort, dan weidt de zeissen Door de bruine planten heen: Om zijn loon van d' akker te eischen, Slaat de landman 't zaad uiteen: Bloempje, nu uws planters stut: Welk een les voor mij: wees nut! Vorige Volgende