Archief voor kerkelijke en wereldsche geschiedenissen, inzonderheid van Utrecht. Deel 5 (1846)

Archief voor kerkelijke en wereldsche geschiedenissen, inzonderheid van Utrecht. Deel 5

(1846)–Johannes Jacobus Dodt– rechtenstatus

Auteursrechtvrij

Inhoudsopgave

Dit Vijfde Deel bevat:

Resolutien der Generale Staten, uit de XVII eeuw. Meer onmiddelijk betreffende de geschiedenis der beschaving. (Vervolg van 't Archief, IV. bladz. 127).

Staatkundige brieven, uit den jare 1614. (Naar het origineel). I.

Het Utrechtsche buurspraeck-boeck Dienstbaar gemaakt aan de geschiedenis der beschaving. 1385 -

Brieven, aangaande de zaken van kerk en staat, uit de jaren 1605-1614. (Naar het origineel). I.

XIII. Commissie voor Graeff Johan van Nassau, als rithmeester, in plaetze zal. nu syns broeders Graeff Adolph van Nassau.

XLVI. Aen de E. Mog. Heeren de Gedeputeerde Staten 's lants van Utrecht,

Aanteekeningen uit de besluiten des raads, genomen gedurende de eerste helft der XV. eeuw.

Gedenkstukken betreffende die van Marlot.

Resolutien der generale staten, uit de XVII. eeuw. Meer onmiddelijk betreffende de geschiedenis der beschaving. (Vervolg van bladz. 24).

Gedenkstukken uit de XVI. eeuw, voornamelijk betreffende de Utrechtsche zaken. I. Commissie voor Mr. Ja. van Goudt, om zekere opbrengst te ontvangen. (1507).

II. Tenor pensionis VI millium florenorum, Hermanno, Elect. Colon. p. Reg. Carolum assignatae. (1518).

III. Het Kapittel van den Dom etc. aan Bisschop Filips van Bourgondien. (1521).

IV. De Staten van Utrecht aan Bisschop Filips van Bourgondie. (1523).

V. Bisschop Filips van Bourgondie, aan die van Abcoude. (1523).

VI. Venerabili fratri Philippo, Episcopo Trajecten. Leo Papa Decimus. (15..?).

VII. Philippus de Bourgondia, Episcopus Trajecten. ad.... (15..?).

VIII. Het Hof van Holland aan het Kapittel van S. Marie t'Utrecht. (1525).

IX. Getuigenissen tegen Dirc die roode Cuper, in cas van haeresie. (1525).

X. Collatie der kerk te Alkmaer, door Bisschop Wilhelm van Enckevoirt, ten voordeele van Ad. Rich. de Bruela. (1530).

XI. Instructie voor mr. Geraert Mulert en Henrick vanden Werve, in dijk-zaken, naar Noord-Bevelandt. (1531).

XII. Compromis aangaande het jus patronatus eener capelrie binnen der kerke van Overschie. (1533).

XIII. Dispositie van Eerst van Ysenderen, heere tot Starckenborch. (1533).

XIV. Copie d'une pension, accordée au comte d'Oldenbourg. (1537).

XV. Verzoekschrift van Lud. a Veno etc., aan Bisschop Georg van Egmont etc. (1539).

XVI. Keizer Karel aan 't Hof van Utrecht, aangaande zaken van haeresie. (1545).

XVII. Bevel om de inquisiteurs etc. in hun officie te assisteren. (1545).

XVIII. Afkondiging, gedaan te Utrecht, aangaande die met Luterye etc. besmet zijn. (1545).

XIX. De Koningin, regente, aan het Hof van Utrecht. (1546).

XX. Subdelegatie opten inquisiteurs ende commissarissen voorsz. (1525) (46).

XXI. Roerende het salaris vande Inquisiteurs, Notarissen en Procureurs Fiscael etc. (1546).

XXII. Commissie voor Fra. Sonnius, etc. als visitateurs der verboden boeken etc. (1550).

XXIII. Transportbrief eener huysinghe ten behoeve van het nieuwe Collegium Willebrordi. Anno 1551 den 13. Augustus.

XXIV. Overeenkomst tusschen de regeerders van het collegie Willebrordum en Hr. R. Aeswyn van Brakel, wegens het opnemen van een alumnus. (1552).

XXV. Dictum sententiae Marini Everswaert, hactenus vicepastoris novae ecclesiae parochialis Dordrac., prout sequitur, (XVC LIII).

XXVI. Bevel aan N. de Castro, om Sonnius te assisteren, etc. (1555).

XXVII. Roerende die visitateurs van de verboden boecken. (1555).

XXVIII. Rekeninghe etc. vande decanesse ende procuratoersters van S. Katrynensusterschap, dat men houdende is in S. Pieterskerke binnen Leyden, als Hillegondt Jansz. dochter van Zoeterwoude, Geertr. Claes Vranckens dochter, Katryn vander Bouckhorst Jeroensdochter, Katryn Klaesdochter Jorys Willemsz. Huysvr. ende Katryn Aelbrechts dochter etc. sedert 28 Nov. 1556 tot 28 Nov. 1557, gedaen voor Michiel Jansz. als superintendent etc.

XXIX. Extract uit het door Mart. Duncanus, pastoor te Delft, eigenh. geschreven boek zyner uitgaven en ontvangsten. (1558 sqq.).

XXX. H. Ennens Philenius, aan Jor. Nic. van Matenesse. (1561).

XXXI. Die van Alblas aan het Capittel van Sint Marie. (1564).

XXXII. Missive vande Hartoghinne van Parma, nopende die swaricheden by de vyff ecclesien bevonden in eenighe poincten des concilii generaels van Trente. (1565).

XXXIII. Memorie voer Meester Peeteren Bicker, van 't ghene hy te doen ende handelen sal hebben, soe by den Raede ende des Conincx van Polen stadthouder ende bevelhebberen te Dantzich, als elders daeromtrent, waerwaerts wy hem tegenwoerdelyck schicken ende affverdigen. (1565).

XXXIV. De Tafelhouders verzoeken en obtineren vryheid om de kerken te frequenteren. (1565).

XXXV. Beroerende d'excut. van 't Concilium van Trente. (1565).

XXXVI. Antwoord der stad Utrecht, op de 19 artikelen, van wegen den Hertoge van Alba in 1567 overgeleverd.

XXXVII. Rekening etc. by Simon Willemsz., boeckhouwer, Antony Wellants en Meeus Jansz., medehulpers, kerkmeesters van S. Barbaren kerke binnen Culenborch etc., innegaende op S. Meertensdach inden wynter anno 1566, ende eindende op S. Martens avont anno 67 etc., in ponden, schellinghen ende penninghen, 't pont tot 20 stuyver Brabants ende 12 penninghen voor eenen schellingh.

XXXVIII. Bevel van wegen Z.M. den Co., om de religieusen te apprehenderen, die hunne cloosters verlaten hebben. (1568).

XXXIX. Rurende die deputatie van twee notabele personen, etc. (1569).

Mr. Jheron. Vairlenius, gecommitteerde ter inquis. van heresie. (1565).

De Rekeningen van den Eersten Kameraar, dienstbaar gemaakt aan de kennis van Utrecht's kerk- en schoolstaat. 1619-1634. (Vervolg van Archief IV. blz. 102).

Tiental brieven van H. van Beaumont, Griffier der Staten van Holland, aan Joh. van Mathenesse, Plenipotentiaris te Munster. (naar het origineel.)

Alphabetisch register.

Over het gehele werk

plaatsen

over Utrecht