XXIV. Overeenkomst tusschen de regeerders van het collegie Willebrordum en Hr. R. Aeswyn van Brakel, wegens het opnemen van een alumnus. (1552).
Wy Adriaen van Renesse, doemdeken, Johan van Duvenvoirdt, doemscolaster, Johan van Culenborch heer van Rynswou ende vande Vuerse, ritter, schout, Eernst van Nyenrode, ritter, burgermeester der stadt van Utrecht, Johan van Zwoll ende Goessen Jansz. van Amersfoert, regierders ende procuratoren op deser tyt van Sunte Willeboerts huyse ende vanden armen clercken, genaemt Sunte Willebrordus kynderen, bynnen der stadt Utrecht, doen kondt ende bekennen mits desen voor ons ende onse nacomelingen, regierders ende procuratoren van Sunte Willebroerts huyse voorsz., dat wy mit goeden rypen rade overcomen ende verdragen syn mitten eedelen, eerentfesten ende fromen Reyner van Aeswyn, heer te Gramsberch ende Brakel etc., alse dat wy van nu voortaen ten ewigen dagen duerende, inde voorsz. huyse ende nyeuwe collegium van Sunte Willebroert gehouden sullen wesen, ter nominatie vande heere van Brakel, inder tyt t'ontfangen ende t'onderhouden eenen jongen ofte armen clerck, zulcx hem gelieven zall, die gequalificeert zall wesen vermogens d'ordonnantie, erectie ende fundatie van 't voorsz. nyeuwe collegie, daervan synde, sprekende: Wy Adriaen van Renesse, doemdeken, Johan van Duvenvoirdt, doemscolaster etc., in dathe 1552, op Sunte Willebrordus dach den sevenden dach in Novembri, zulcx wyder innehout ende besinnende is; ende denselven jongen alsoe gequalificeert blyvende ende hem draecht vermogens die voorsz. ordonnantie, aldaer die cost geven, woenen doen, onderhouden ende regieren sellen, opdat hy well ende neerstelicken leeren, procederen ende aennemen mach, zulcx dat dieselve voorts procederende, een geleert man ende gequalificeert sall mogen werden, omme die heilige kercke, pastorien ende andere geestelicke beneficien te regieren ende te bedienen, tot conservatie van onsen heiligen christengelove, ende instructie ende leeringe vanden gemeen christenheyt, ofte oick inder
geestelicke ofte weerlicken rechten ofte medecinen, omme oick den heere van Brakel inder tydt ende den gemeenen ondersaten in hoeren saicken well te helpen, raden ende dienen, ende recht ende justicie te mogen doen administreren; mit zulcke conditien ende voorwaerden, dat, soe wanneer in't voorsz.