Anatomia. Dat is ontledinghe van den geestelycken mensch(1622)–Frederik de Vry– Auteursrechtvrij Inhoudsopgave Voor-Reden. Aen den curieusen Onder-soecker. Hier volgen verscheyden Eer-Dichten over d'Ont-ledinge van den Geestelijcken Mensch. Een ander. Sonnet. Eer-Rijm. Een ander. Een ander. [Vol Frede, werd den Mensch, die hem hier naer Ont-lede] Tot den Berisper, uyt name des avthevrs. Ode. Register der Capittelen. Anatomia, Dat is: Ontledinghe van den Geestelijcken Mensch. Het eerste Capittel. Vande beschryvinghe des Geestelijcken Mensches. Het ij. Capittel. Vande geboorte, de prinçepale oorsaecke, en de inwendighe Ouders des Geestelijcken Mensches. Het iij. Capittel. Vande tweede oorsake, en uytwendighe Ouders des Geestelijcken Mensches. Het iiij. Capittel. Van't zaet des Geestelijcken Mensches. Het v. Capittel. Vande eerste en ghenadighe ontfanckenisse des Geestelijcken Mensches in Gode hem liefhebbende ende verkiesende. Het vj. Capittel. Van het ontfangen van't salichmakende zaet in't herte des Mensches, door de genade der krachtige roepinghe.. Het vij. Capittel. Het formeren des Geestelijcken Mensches, door de ghenade der Rechtveerdighmakinghe. Het viij. Capittel. Van het formeren des Geestelijcken Mensches, door de genade der Heyligh-makinghe. Het ix. Capittel. Vande Geestelijcke eynden der weder-geboorte. Het x. Capittel. Vande tytelen des Geestelijcken Mensches. Het xj. Capittel. Vande heyligheyd des verstants, ende eerst vande Geestelijcke wijsheyd. Midtsgaders van de geheylighde gedachten. Het xij. Capittel. Van de Geestelijcke wijsheydt, zijnde het tweede deel van't geheylighde verstant. Het xiij. Capittel. Vande geheylichde conscientie des Geestelijcken Mensches. Het xiiij. Capittel. Van de Geheylighde Wille des Geestelijcken Mensches. Het xv. Capittel. Vande Heyligheyd der Sprake. Het xvj. Capittel. Vande heyligheyd van 't Geestelijck Lachen. Het xvij. Capittel. Van des Geestelijcken Mensches uytwendighe geheylighde Sinnen in 't gemeen. Het xviij. Capittel. Van de Heyligheydt des Gesichts. Het xix. Capittel. Van't gheheylighde Gehoor des Geestelijcken Mensches. Het xx. Capittel. Van de vernieuwde Smaeck des Geestelijcken Mensches. Het xxj. Capittel. Van den Reuck des Geestelijcken Mensches. Het xxij. Capittel. Van't Gevoelen des Geestelijcken Mensches. Het xxiij. Capittel. Van de heyligheyd der inwendige Sinnen. Het xxiv. Capittel. Van het Waken des Geestelijcken Mensches. Het xxv. Capittel. Van den Slaep des Geestelijcken Mensches. Het xxvj. Capittel. Van't Adem halen, en van den Pols des Geestelijcken Mensches. Het xxvij. Capittel. Van de heylicheyt der Genegentheyt ende der Begeerlijckheyt. Het xxviij. Capittel. Vande Begeerlijckheden, ende Affecten van de herboorne Ziele te bedwingen ende te reynigen in 't gemeen. Het xxix. Capittel. Van de Affecten ende Bewegingen van het herte in't besonder, ende eerst van de Hope. Het xxx. Capittel. Vande Heylige Vreese. Het xxxj. Capittel. Vande waere Liefde. Het xxxij. Capittel. Van den heylighen Yver. Het xxxiij. Capittel. Van de geestelijcke Droefheyt ende Blydschap. Het xxxiv. Capittel. Van het Geestelijcke Gaen ende Voort-gaen. Het xxxv. Capittel. Van de Faculteyt ende kracht der Genereringe. Het xxxvj. Capittel. Vande heyligheyd der Voedende kracht. Het xxxvij. Capittel. Van het Lichaem des geestelijcken Mensches. Het xxxviij. Capittel. Van de Elementen met haer qualiteyten des Geestelycken Lichaems, beweeght door de Geest Godes. Het xxxix. Capittel. Van't Hooft des Geestelijcken Mensches. Het xl. Capittel. Van de Hern-schael, ende het Hayr. Het xlj. Capittel. Van het Aensicht. Het xlij. Capittel. Van het Voor-hooft. Het xliij. Capittel. Van de Ooghen. Het xliv. Capittel. Van de Ooren. Het xlv. Capittel. Van den Neus ende de Wangen. Het xlvj. Capittel. Van de Lippen, Mondt en Tanden. Het xlvij. Capittel. Van de Tonghe. Het xlviij. Capittel. Van den Hals ende den Neck. Het xlix. Capittel. Van de Schouderen ende de Armen. Het L. Capittel. Van de Handen ende de Vingeren. Het Lj. Capittel. Van de Borst. Het Lij. Capittel. Van de Buyck. Het liij. Capittel. Van de Rugge. Het Liv. Capittel. Van de Diejen, Kniejen, Schinckels ende Voeten. Het lv. Capittel. Van de Herssenen. Het lvj. Capittel. Van het Herte. Het Lvij. Capittel. Van de Longe. Het Lviij. Capittel. Van de Mage. Het Lix. Capittel. Vande Lever, Galle en de Milte. Het Lx. Capittel. Van de Nieren. Het lxj. Capittel. Van de Huyt. Het Lxij. Capittel. Van het Vleesch, van't Gebeente, en van de Zenuwen. Het Lxiij. Capittel. Van de vier Humeuren des Lichaems. Het Lxiv. Capittel. Van het Voedsel des Geestelijcken Mensches. Per Oratio. Register der Saken. Errata.