Serena(1898)–Marie Agathe Boddaert– Auteursrecht onbekend Inhoudsopgave [Serena] [Myosotis] [Als een moeder] Gedichten. Avond. Lenteboomgaard. Woud bij nacht. Lentenacht. Winteravondzee. Herfstbosch. Maanlicht. Nacht. Kinderoogen. Sneeuw. Vóór 't witte bosch. Ovér de stille, stille sneeuw. Kerstnacht. Annunziata. [Val nu mijn woorden] Annunziata. Eersteling. Eersteling. Morgenspelevaart. Morgenwandeling. Aggy. Kindersproke. Morgen op de hei. Meeuwen. Viooltjes. Leven. Vrede. Mijn tempel. Einde. Duin en bosch. Zomersch duin. Duinen. Eikenoord. Morgen. Zomernacht. Avond aan 't strand. Poëzie. Wrok. Venetië. Stille nacht. Heel ver. [Ik wil mijn ziele kleeden] Gelijk een vogel. Ideaal. Naar verre kust. Zwarte rozen. Vivisectie. Hoog begeeren. Maria Magdalena. Gestorven Gestorven. Avondvrede. Eerste groete. Als kinderen. Visioen. Nu is de nacht. Rust. Smart. Terugblik. Moede. Sterven. Sterven. Uitvaart. Jonge dooden. Jonge doode. ‘Over stille oogen.’ Witte bloemen. Mijn jongske slaapt al zoo lang. Geen andre hand rake mijn Doode aan! Doodendroom. Kindertijd. [Kindertijd] Liedjes. Liedje van zege. Lente is gekomen. Droome-vrouw, kom! Slaapliedje. Twee lichtjes zijn je oogen..... Goê-nacht. Zingeling. Liefde. Waar ik ga of sta. Van zachte waatren. Mijn ziel is in mij. Nu wil ik zingen