Serena(1898)–Marie Agathe Boddaert– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 182] [p. 182] Slaapliedje. Slaap, kindje mijn, Sluit je lipjes fijn, En doe je oogen dicht, mijn oogenlicht; Nu je zoo warmpjes nederligt, Moet je rustig zijn. Nù ben-je klein: Ik hou je hoofd en je lijfje zoet, En je wilde voetjes stil en goed In twee handen mijn. Eens zul-je grooter zijn: Dan lig je niet meer in mijn armen neer, Dan stap je door 't land als een heele meneer; Eens zul-je grooter zijn.... Lipjes van karmijn, Kon je voelen mijn kussen je leven lang... - Als wereld boos is en 't leven bang, Zal ik niet meer zijn. [pagina 183] [p. 183] Oud in lang wil 'k niet zijn! Moedertjes hart is sterk en warm... Zwak is en arm, wie geen kindje warm Kijkt in de oogelijn. 't Hart zal zangster zijn... Mijn leven lang... elk woord een zang, Een beê tot God, dat Hij zacht je omvang', Moogt Gods eigen zijn... Slaap... kindje... mijn.. Vorige Volgende