Serena
(1898)–Marie Agathe Boddaert– Auteursrecht onbekend
[pagina 173]
| |
Liedjes. | |
[pagina 175]
| |
[pagina 176]
| |
Zoekende handjes
Vonden mij,
Maakten mijn harte
Sterk en blij.
Twee zachte oogen
Keken mij aan...
Zonne van zegen
Daar opgegaan!
Wàar mijn gedachten
Zich henenwenden,
Zie ik de groetjes
Die zij mij zenden.
'k Zie ze in mijn droomen
Bij nacht en dag;
'k Voel door mijn beden
Hun licht, hun lach.
't Leven lijkt mij
Een rijk gedicht,
Een tooversproke
Van liefde en licht.
| |
[pagina 177]
| |
Een tooversproke
Door de oogjes verteld,
In tooverklankjes
Door 't mondje gespeld.
Een liedje van zege,
Een zonnige zang
Wilde ik wel zingen
Mijn leven lang!
|
|