Serena(1898)–Marie Agathe Boddaert– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 89] [p. 89] Ideaal. En, staande aan zee, zag ik op 't waterwijd, Tusschen het zilver van de hemelzaal En 't zilver van de zee, een breed gestraal - Een brug van licht - benedenwaarts gespreid. En waar 't gestraal rustte op het blank metaal Der waatren, stond een krijger, kampgewijd; Licht zocht zijn oog, en door het Licht geleid, Hief hoog zijn hand de vaan van 't Ideaal. De golven zwegen en geen wind ging om, Toch hoorde ik dreunen of een reuzendrom Rukte aan ten kamp, die hem betwisten wou, Wat vóór hem glansde in hooge heerlijkheid. Wee, zal mijn Held verwinnen in den strijd? - Naast de Ideaalsvlag rijst een vlag van rouw! Vorige Volgende