Serena(1898)–Marie Agathe Boddaert– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 75] [p. 75] Morgen. Haastig water met vroolijk gefluister Rept door het statige hout Rimpel en golfje vol spelenden luister - Levende weg tusschen 't woud. Stil staan de boomen bij 't ruischen en fluistren, Ritslen en spritslen - één glimlachend luistren Van loovren en twijgen, en varens die nijgen, En zon in haar nimbus van goud, En pluimschuddend volkje dat op gaat stijgen, De snebjes vol morgenkout, In den droomrigen dageraad, gouden ontstegen Aan verten van vrede, verten van zegen Op aarde in visioen nu aanschouwd. Vorige Volgende