Serena(1898)–Marie Agathe Boddaert– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 56] [p. 56] Morgen op de hei. Ik loop langs hei - die ligt in diep azuur Van zomerhemel rondom neergespreid - Kleurwarme hei: een brokje oneindigheid Van kruid en bloem, zoover ik mijmrend tuur. Wereld en menschen weg... Alleen natuur Zoo pas gegleên uit rijk van rustigheid Met glimlach ongerept: stille innigheid Van nijver leven in het morgenuur. Ik schroom te treden op het purprend bruin; Ik schroom den voet te zetten op het mos Zoo gul aaneengegroeid.... Het lijkt me een bosch Vol lommerpaadjes, of een feeëntuin Priëelig groen en koel. - Een menschenvoet Vertreedt zoo licht... en weet niet dat hij 't doet. Vorige Volgende