Serena(1898)–Marie Agathe Boddaert– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 127] [p. 127] Smart. Naast mij, op stille voeten, schreed de Smart, 't Ontsluierd hoofd geheven, 't aanzicht bleek. 't Woud stond vol bloemen; de landouwe leek Gaarde vol menschen met gelukkig hart. Smart's afhangende hand heel stille streek De bloemen weg.... de bloemen werden zwart; Met hare zacht-omnachte oogen keek Zij voor zich uit.... al 't komende werd zwart. Verre achter haar sloeg ùit de zwarte vlam Der schaduw over menschen en landouwen .... Verschrikking voer in 't woud door loof en stam ... En 'k zag de Smart, met koninklijk gebaar Van weemoed, hoogen hemel tegenschouwen, Als viel heur gang op aarde haar te zwaar. Vorige Volgende