Serena(1898)–Marie Agathe Boddaert– Auteursrecht onbekend Vorige [pagina 199] [p. 199] Nu wil ik zingen Nu wil ik zingen van bloemen en dingen Gewonnen uit dauwe, gesponnen fijn Van zonnestralen en regenrein. Zingen van geur van teedre seringen, Van zoete meie en witte jasmijn, Van rozenranken, en leeljen slanke, En vlindervlerkjes, goude' en blanke, Boven violen en roosmarijn. Zingen van iris, paarse en saffieren, Smaragden halmen, robijne' anjelieren, Waar zonnemaagden den hemel mee sieren, Als zij er glijden op wolkjes hoog Langs den glorenden regenboog. [pagina 200] [p. 200] Dan wil ik garen van purprende blâren Blinkende dauwe - en zalig zijn... Dronken van dauwe en zonneschijn, Droomen van land waar geen zonden zijn... Vorige