Serena(1898)–Marie Agathe Boddaert– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 147] [p. 147] ‘Over stille oogen.’ Over stille oogen en lippen stil Eeuwig nu geloken Sprei uwe bloemen ter liefde der bloem Droeviglijk gebroken. O, laat vallen, zuchtenszacht, Treurewoorden, woorden van klacht, Dat zij niet storen den rustenacht, Waarin zij ligt gedoken. Neig uw hoofd en neig uw wil... En zeg: ‘àl mijne liefde had Niet kunnen veilgen tegen leed; Geen koestrende armen weren 't wreed Waaien van wind; geen balseming Geneest in 't hart ontgoocheling.... [pagina 148] [p. 148] Zij was nog blij die henenging....’ Voor haar zachte oogen is Dood gekomen En heeft gesproken wat niemand weet, Maar over haar smarte-oogen gleed Glimlach van vreê.... Ver weg van leed Lei Hij haar voort langs vredestroomen. Vorige Volgende