Serena(1898)–Marie Agathe Boddaert– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 73] [p. 73] Duinen. Mijn duinen! zilvriggroene blijde rei Van hoogten, grilligruig dooreengezet, Alsof een reuzenhand in stille pret Je neder had geworpen op de sprei Van 't eenzaam groene vroon, tusschen het vrij Der wijde kust, en 't breede boomennet, Beschermend tegen wind om 't land gezet, Dat zwaar van oogst nu wacht op oogstgetij, Wil-je over 't land heenkijken, of de zee Begroeten, nu zij komt met vreugdgebruis Van blanke golven uit haar zeeëhuis, - Den gouden horizon - en vreugdlicht mee Van zon en hemel brengt? 't Is me of ik zag Je duinhelm wuiven met heel blijen lach! Vorige Volgende