Werken. Deel 5 (1908)

Werken. Deel 5

(1908)–Julius de Geyter– rechtenstatus

Auteursrecht onbekend

Onuitgegeven en verspreide gedichten; Mijne levenswarande; Bloemen op een graf I

Inhoudsopgave

Vrijheer Baldrik

Het volk en de vrijheeren

Mijn levenswarande I. - Loover, mijn stam Voorzang

Op het graf van Th. van Rijswijck

Weest niet zoo trotsch, o zonen dezer eeuw

Antwerpen een beggijnhof

Voor mijn land en zijne eer...

Misererie! misererie!

Bij het graf van Lucien-Leopold Jottrand

Kunnen Aan Dichter S.-J. du Toit, in Zuid-Afrika.

Verfoei het dagblad......

Voorheen en thans

Aan de dichters

Thans is het uit met bespieden en dwingen

Antwerpens toren Een gedicht ter eere van Appelmans

De zang der kozakken Mijnen vriende Ferdinand Vander Taelen.

Op Vrambouts graf

Vlaandrens kunst beschermen

Belgiës wedervaren sinds 1830

Aan Nederlands jeugdige koningin Bij haar bezoek aan Zeeland

Waarom nog zingen?

Aan een Amsterdammer

Aan den elfjarigen zoon van jonkheer Beelaerts van Blokland Bij zijn vertrek naar Transvaal

De zegetocht der boeren

Brugge bij nacht

Maar was het lente in die dreven

Mijnheer Luybrechts

Zuid-Nederland Een halve eeuw na Waterloo.

Liefste mamaken

Chambord in Antwerpen

Van hout, van droog hout

Zij mint hem niet

Wat heb ik dan misdreven

Hij had haar zoo lief

Niet steeds heb ik een kop....

Benoit in Sint-Job

Wat zijt gij, o wind?

Aan den tooneelkunstenaar - Victor Driessens - op zijn vijf-en-twintigjarig jubelfeest

Het koninginnelied

Aan mevrouw Mössly

De boerenknecht met een miljoen

Hoe de echo zingt

Over drie maanden en misschien binnen drie maanden

Ter Eere van Jonkvrouw Maria Mamet Op hare bruiloft, den 16 november 1897

Waar ik de burgemeester thans.....

Niet ons zal een dwingland in boeien slaan

Aan Jan van Rijswijck Toast op zijn banket

Oud Antwerpen, 1894

Op jacht met smuk

De vaderons van knoopenknauwer

Uit ‘Levenslust’ (Fragment)

Een arme dichter toog door 't leven