Werken. Deel 5
(1908)–Julius de Geyter– Auteursrecht onbekendOnuitgegeven en verspreide gedichten; Mijne levenswarande; Bloemen op een graf I
[pagina 92]
| |
Weest niet zoo trotsch, o zonen dezer eeuwGa naar voetnoot(1)IWeest niet zoo trotsch, o zonen dezer eeuw!
Spot niet zoo bits met tijden die voorbij zijn;
Pocht niet zoo luid op 't hedendaagsche vrijzijn; -
De vrije man schokschoudert om geschreeuw.
Slaat de oogen rond op groote en kleine Staten:
Wie is 't alom die arbeidt en die lijdt?
Het volk! het volk! - en 't is alweer een tijd,
Een gouden tijd voor papen en soldaten!
| |
IIGodin! Godin! die Vrijheid, Vrijheid heet,
Klonk uwe stem ten oproep door de landen?
Gaaft Gij hun 't zwaard, miljoenen 't zwaard in handen,
Dat tegen U geen aanslag wordt gesmeed?
Neen, Vrijheid, neen, - zij staan rond potentaten,
Terwijl Gij zucht, als in een kerker zucht;
Wee! liet Ge uw stem weergalmen door de lucht,
Men leverde U geboeid aan die soldaten!
| |
IIIWant, als bij nacht het duivelsbrood in 't bosch,
Zoo rijzen ook weer kloosters op uit de aarde,
En de eigen geest die zoovele eeuwen waarde,
Stijgt weer daaruit op 't arme menschdom los.
| |
[pagina 93]
| |
‘Beeft! bromt die geest, oproerige onderzaten!
Pleegt boete en bidt, gelaten in uw lot:
Gekroonden zijn verkorenen van God,
En ons en u beschermen hun soldaten!’
| |
IVEuropa boete, en schrikkelijk zij de straf!
Soldaten, trapt ons met gespoorde hielen;
Gij, papen, wekt hier spooken in de zielen;
De Vrijheid toch en krijgt gij niet in 't graf.
America, dat rijk der demokraten,
Biedt haar tot schild miljoenen borsten aan:
Dat is een schild waar gij niet door zult slaan,
Zwart legioen van papen en soldaten!
1868 |