Werken. Deel 5(1908)–Julius de Geyter– Auteursrecht onbekendOnuitgegeven en verspreide gedichten; Mijne levenswarande; Bloemen op een graf I Vorige Volgende Het koninginnelied Een maagdelijn speelde in de tuinen van Weenen..... Zij was er de schoonste en de geurigste bloem. Een jongeling lokte naar Brussel ze henen: ‘Kom, wees op den troon mij tot liefde en tot roem!’ Haar harteken vol van verlangen, Verpandt Zij heur hand Maar hoe zal uw land mij ontvangen? - Mijn volk is braaf, mijn volk is vrij, Met open armen, als door mij!’ Zij zit al zoolang naast den koning ten troone... En trouw is de Waal, als zijn ijzer en staal; De Vlamingen staan als een schild om de schoone; Zij mint hunne kunst, en zij spreekt hunne taal. [pagina 183] [p. 183] Met bloemen zijn al hare wegen Getooid En bestrooid. Geen hart of het vonkelt haar tegen! Al strooit de tijd ook sneeuw op 't hoofd, Die liefde wordt niet uitgedoofd! Een maagdelijn speelde in de tuinen van Weenen.... Zij was er de schoonste en geurigste bloem, Een jongeling lokte naar Brussel ze henen: Zij werd op den troon hem tot liefde en tot roem. Hoe dreunen de vreugdegezangen Bij dans En bij glans! Hoe heeft men de bruid hier ontvangen? - Dit volk is braaf, dit volk is vrij Met open armen zooals gij! Vorige Volgende