Werken. Deel 5(1908)–Julius de Geyter– Auteursrecht onbekendOnuitgegeven en verspreide gedichten; Mijne levenswarande; Bloemen op een graf I Vorige Volgende Van hout, van droog hout Van hout, van droog hout, maakt men de vedel; Als een geraamte is de vedel hol; Maar bespeelt ze de Kunst, - o! de Kunst is zoo edel. - Dan is ze van tonen en klanken vol. Zou uw harte, meisjen, een vedel wezen? Is 't ledig, ledig, al glimlacht gij zoet? En heb ik de tonen, eruit gerezen, Heb ik ze ontlokt aan mijn gemoed? Die tonen, gij beroemt er u over? Wees koud, wees hard, maar wees niet blind: Hing ik mijn hart als een harp in het loover, 't Zou zingen bij den schraalsten wind. Vorige Volgende