Werken. Deel 5(1908)–Julius de Geyter– Auteursrecht onbekendOnuitgegeven en verspreide gedichten; Mijne levenswarande; Bloemen op een graf I Vorige Volgende Een melktandje Aan mijn Julia. Zou vaderen dit te nietig wezen, Laat moedertjes het lezen. Het was haar eerste wichtje. Het lachte maar door traantjens henen; Doch zij wou 't zien noch hooren weenen, En kuste droog het lief gezichtje. Het schreide weer. Zij riep den hond, En reed er hof en huis op rond. [pagina 208] [p. 208] Dan rolden, bolden zij te gader. Hoe klonk heur schaatren boven 't krijten! Wat scheelden haar die prachttapijten? Wat gaf z'om 't grimmen van den vader? Eindelijk rolde 't kind in slaap De tand was door bij 't lieve schaap..... 't Viel onlangs uit, dat eerste tandje. Zij draagt het nu, in goud gevat. Dat borstjuweel is haar een schat O! meer dan 't rijkste diamantje! Zou vaderen dat te nietig wezen, Laat moedertjes het lezen..... Vorige Volgende