Werken. Deel 5

Onuitgegeven en verspreide gedichten; Mijne levenswarande; Bloemen op een graf I

[p. 147]

Maar was het lente in die dreven

Maar was het lente in die dreven,
En was het lente in zijn hart,
Hij was met allen toch die leven,
Aan twijfel vast, aan kamp en smart.
Waar hij mocht juichen in verrukking,
Daar kreet hij vaak om vroegere pijn;
Uit wrok op onrecht en verdrukking,
Vergat hij mild en gul te zijn.
En toch, en toch! Hoe frisch dat loover,
Waarin 't gevogelt nestjes bouwt,
Waar bloem en vrucht eens bij getoover
Het oog doet glanzen dat z'aanschouwt,
Ho, proef het niet, 't is wrang en zuur,

Het is natuur,

Zoo is natuur.