Oude zinnen. Grammaticale analyse van het Nederlands tussen 1200-1700

Inhoudsopgave

Woord vooraf

Hoofdstuk 1 Inleiding 1. Over dit boek

2. Het taalmateriaal

3. Oudnederlands

4. Middelnederlands

5. Nieuwnederlands

6. Hulpmiddelen op historisch-taalkundig terrein

I. Oefeningen

II. Discussievragen

III. Vertaalopdracht

Hoofdstuk 2 Flexie 1. Inleiding

2. Verbale flexie

3. Nominale flexie

4. Deflexie

I. Oefeningen

II. Discussievragen

III. Vertaalopdracht

Hoofdstuk 3 Woordvolgorde 1. Inleiding

2. Syntactisch kader

3. De TOP-positie

4. De C-positie

5. De V-positie

I. Oefeningen

II. Discussievragen

III. Vertaalopdracht

Hoofdstuk 4 Versmelting en clisis 1. Inleiding

2. Twee soorten zwakke woorden

3. Versmelting

4. Clisis

5. Diachronie

I. Oefeningen

II. Discussievragen

III. Vertaalopdracht

Hoofdstuk 5 Beknopte zinnen 1. Inleiding

2. Conjuncte bijzinnen

3. Absolute bijzinnen

4. Impliciet conjuncte zinnen

I. Oefeningen

II. Discussievragen

III. Vertaalopdracht

Hoofdstuk 6 Samentrekking 1. Inleiding

2. Periferie en identiteit

3. Hoofdsamentrekking

4. Topic-drop

5. Hendiadys

I. Oefeningen

II. Discussievragen

III. Vertaalopdracht

Antwoorden Hoofdstuk 1

Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 3

Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 5

Hoofdstuk 6

Bronnenlijst

Enige literatuur

Index