Hoofdstuk 6
Samentrekking
1. Inleiding
Beknopte bijzinnen bevatten ten hoogste één verzwegen zinsdeel, en dat is steeds het subject van de ingebedde zin. Het verzwijgen van zinsdelen dat we aanduiden als samentrekking, onderscheidt zich op drie punten van wat bij beknopte bijzinnen aan de hand is. In de eerste plaats doet samentrekking zich voor in constructies waarin tussen de delen een nevenschikkende en niet een onderschikkende relatie bestaat, zoals bij beknopte zinnen. Ten tweede: terwijl bij beknopte zinnen altijd sprake is van een onderschikkende relatie tussen zinnen, komt samentrekking behalve bij nevengeschikte zinnen ook voor bij woordgroepen en zelfs bij morfemen van gelijk niveau:
(1) |
a. in --- en verkoop |
|
b. op --- en onder de stoel |
|
c. erg groot en --- zwaar |
|
d. oude mannen en --- vrouwen |
|
e. de oude --- en de jonge mannen |
Een derde verschil is dat bij samentrekking, als dit verschijnsel zich voordoet in een nevenschikking van zinnen, niet alleen het subject maar ook tal van andere sleten verzwegen kunnen worden; er kan dus meer dan één ‘gat’ zijn. Vergelijk ter illustratie de volgende twee constructies. In (2a) heeft geen samentrekking plaatsgevonden, in (2b) wel.
(2) |
a. Van Wim vinden we het opmerkelijk dat hij in London aan een agent vroeg of er bij Piccadilly Circus leeuwen en olifanten rondlopen, maar van Klaas vinden we het niet opmerkelijk dat hij in London aan een agent vroeg of er bij Piccadilly Circus leeuwen en olifanten rondlopen |
|
b. Van Wim vinden we het opmerkelijk dat hij in London aan een agent vroeg of er bij Piccadilly Circus leeuwen en olifanten rondlopen, maar van Piet niet |
Samentrekking is dus het weglaten van één of meer morfemen, woorden of woordgroepen in één of meer conjuncten van een nevenschikking die elders in die nevenschikking wèl aanwezig zijn. Die weggelaten delen noemen we samengetrokken delen. Ook wordt daarvoor wel de term begrepen elementen gebruikt. Dat wat elders in de nevenschikking wèl aanwezig blijft, zullen we hier als bewaard deel aanduiden.
Het weglaten van het subject in een beknopte bijzin is alleen mogelijk als aan de eisen van controle (inclusief de gevallen met een verzwegen controleur) is voldaan. Ook samentrekking, hoe ingrijpend het effect daarvan ook kan zijn, is aan duidelijke voorwaarden gebonden, die, net als bij beknopte zinnen het geval is, de syntactische samenhang met de rest van de zin betreffen. Het is bij samentrekking dan ook niet mogelijk onbeperkt en naar believen elementen weg te laten. In de volgende paragrafen gaan we na wat er op dat punt wel en niet kan, en stellen we vast in hoeverre het hedendaagse en het oudere Nederlands, wat samentrekkingsmogelijkheden aangaat, van elkaar verschillen.