I. Oefeningen
1. De reis van Sint Brandaan is het verhaal van de reis die de abt Brandaan moet maken als straf voor zijn ongelovigheid. Wanneer Brandaan in een oud boek allerlei zaken leest waaraan hij geen geloof kan hechten, verbrandt hij het boek uit woede. Een engel van God spreekt hem vervolgens aldus toe:
dat overmits dijnen toorn
die waarheid dus is verloren.
5[regelnummer]
Nu laattene bernen daar inne:
wat waar ofte logene es. (HOG 112)
a. Stel met behulp van het MNW de woordsoort en de betekenis vast van:
i. |
evele (2) |
ii. |
overmits (3) |
iii. |
in inne (6) |
iv. |
waar (7). |
Vergeet daarbij nooit de vindplaatsen op te geven in de vorm van bijvoorbeeld MNW I, 78, 2 (dat betekent: de desbetreffende betekenis is te vinden in deel I van het MNW, in kolom 78, en wel de tweede betekenis van het woord).
b. Vertaal vervolgens dit fragment.
2. Het woord niet kan tot vier woordsoorten behoren. Geef aan welke de voornaamste twee zijn en wat de betekenis van het woord dan is. Raadpleeg hiervoor het MNW.
3. Joost van den Vondel publiceert in 1654 achter zijn drama Lucifer zijn Noodigh Berecht over de nieuwe Nederduitsche misspellinge. Daarin richt hij zich tegen de predikant Petrus Leupenius, die een voorstander is van een dubbele klinkerspelling voor geaccentueerde vocalen in open syllaben. Vondel begint zijn betoog als volgt:
(2) |
Sedert eenige jaren herwaert had Nederduitschlant het geluck dat vernuftige Schryvers en Letterkunstenaers loflyck hunnen yver besteedden in onze Spraeck te verrycken, te schuimen, te zuiveren, en te regelen, door schriften, of letterkunstigh onderwys; (KORI 131) |
a. Stel met behulp van het WNT de betekenis vast van de volgende woorden. Denk aan het opgeven van de vindplaatsen.
i. |
Sedert [...] herwaert (1) |
ii. |
Nederduitschlant (1) |
iii. |
Letterkunstenaers (2) |
iv. |
yver (2) |
v. |
schuimen (3) |