De Denker. Deel 7 (1769)(1770)– [tijdschrift] Denker, De– Auteursrechtvrij Inhoudsopgave De Denker. No. 314. Den 2 January 1769. [De Denker verdedigt zich tegen Sommigen zyner Leezers, die gaarne zouden hebben, dat hy wat minder ernstig was, van Godsdienstige zaaken zo veel niet in zyne Schriften mengde, en zich minder sterk over sommige zaaken en persoonen uitdrukte, dan in de laatste beide jaaren van hem is geschied; en geeft reden, waarom hy dus denkt vorttegaan.] De Denker. No. 315. Den 9 January 1769. [Der menschen dwaasheid, in hunne wenschen en gebeden, ten toon gesteld.] De Denker. No. 316. Den 16 January 1769. [Het gedrag der Kat, in 't Likken van den Kandelaar, geregtvaerdigd, en ter navolging aangepreezen.] De Denker. No. 317. Den 23 January 1769. [Wat de Vrouwtjes, in 't geeven van Getuigenis wegens Dienstboden, hebben in agt te neemen; en hoe de Heeren en Vrouwen zich jegens dezelven hebben te gedraagen.] De Denker. No. 318. Den 30 January 1769. [Eene al te groote verbeelding van zichzelven, en zyne bekwaamheden, bezielt de meeste menschen.] De Denker. No. 319. Den 6 February 1769. [De Gierigheid gegispt.] De Denker. No. 320. Den 13 February 1769. [Aanspraak aan Nederland, ter Gelegenheid van den aanstaanden Dank-Vast-en Bededag.] De Denker. No. 321. Den 20 February 1769. [Hoe men zyn Geld, voor de behoeftigen geschikt, op de nuttigste wyze, hebbe uittedeelen.] De Denker. No. 322. Den 27 February 1769. [Brief van Pericles aan Eubates; Digtstukje.] De Denker. No 323. Den 6 Maart 1769. [Brief van Brevis aan den Denker, waar in by eenige Schetzen tot eene Proeve opgeeft, over sommige onderwerpen, die by voorheeft uittewerken.] De Denker. No. 324. Den 13 Maart 1769. [Deugd en Kundigheden hebben zelden hunne beloning op deeze waereld.] De Denker. No. 325. Den 20 Maart 1769. [Eenige uitmuntende Lessen en Gezegdens, wegens de Godheid en Geweetensvryheid: uit den Belisarius, van den Heer Marmontel.] De Denker. No. 326. Den 27 Maart 1769. [Elk is wys in zyne eigene oogen; niemand gelooft, dat hy een Gek of Zotskap is.] De Denker. No. 327. Den 3 April 1769. [Aanstraak aan Nederland, ter gelegenheid van de Verlossing van Haare Koningl. Hoogheid, Mevrouw de Princesse, van eenen dooden Prins.] De Denker. No. 328. Den 10 April 1769. [De verbeelding, of waan, dat men, deugdzaam zynde, geen gevaar loope, van te vallen, de oorzaak van zorgeloosheid, by veelen.] De Denker. No. 329. Den 17 April 1769. [Het onderscheid tusschen Wysheid, Verstand, en Weetenschap.] De Denker. No. 330. Den 24 April 1769. [De Reden van de vermindering en 't verval der Inwoonders, van sommige onzer Binnensteden, nagespoord.] De Denker. No. 331. Den 1 May 1769. [Weinige menschen zyn onvergenoegd.] De Denker. No. 332. Den 8 May 1769. [De uiterlyke of openbaare Godsdienst, als een zedelyke pligt beschouwd, overwoogen, en aangedrongen.] De Denker. No. 333. Den 15 May 1769. [De uiterlyke of openbaare Godsdienst, als een zedelyke pligt beschouwd, overwoogen, en aangedrongen.] De Denker. No. 334. Den 22, May 1769. [De uiterlyke of openbaare Godsdienst, als een zedelyke pligt beschouwd, overwoogen, en aangedrongen.] De Denker. No. 335. Den 29 May 1769. [De dwaasheid der zulken vertoond, die Concerten, &c. bywoonen, terwyl zy van de Muzyk &c. geene kennis hebben.] De Denker. No. 336. Den 5 Juny 1769. [Brieven van Ligthart, en van twee Ongenoemden, over No. 332-334, met de antwoorden van den Denker, ter verdediging van zyn gevoelen, wegens den uiterlyken Godsdienst.] De Denker. No. 337. Den 12 Juny 1769. [Onderscheid tusschen Menschheid en Menschelykheid; en hoe deeze laatste te verkrygen is, en somtyds verkreegen wordt; door voorbeelden opgehelderd.] De Denker. No. 338. Den 19 Juny 1769. [Vyf Brieven: van Pio-Philus. Schipper Jan, Galenides, S***, en van K*** aan den Denker, over No. 332-334, wegens onze zedelyke verpligting tot den uiterlyken Godsdienst, met de Antwoorden op dezelven, ter verdediging van des Denkers gevoelen over dat punt.] De Denker. No. 339. Den 26 Juny 1769. [Vyf Brieven: van Pio-Philus. Schipper Jan, Galenides, S***, en van K*** aan den Denker, over No. 332-334, wegens onze zedelyke verpligting tot den uiterlyken Godsdienst, met de Antwoorden op dezelven, ter verdediging van des Denkers gevoelen over dat punt.] De Denker. No. 340. Den 3 July 1769. [Brief van O.L. een oud Man, over het Ongeluk zyns Zoons, veroorzaakt, door 's Vaders eigen verzuim, van hem in zyne jeugd, niet genoeg de menschen te hebben leeren kennen.] De Denker. No. 341. Den 10 July 1769. [Dat de Verzoekingen ten kwaade de menschen niet noedzaaken, om kwaad te zyn; maar aanspooringen en gelegenheden zyn tot deugd, in deezen tegenwoordigen staat van beproeving aangetoond, ter beschaaming der Bedillers van de Goddelyke Voorzienigheid.] De Denker. No. 342. Den 17 July 1969. Menschen, die door hunne eigene Verkeerdheid, elendig zyn, verdienen daarom niet van de hulp en ondersteuning van anderen versteeken te zyn.] De Denker. No. 343. Den 24 July 1769. [Onderzoek of de menschen in eenen geciviliseerden staat gelukkiger zyn, dan in den staat der Natuure, zonder door andere Kunsten en Weetenschappen, dan die de Natuur hun noodzaakelyk opgeeft, gesleepen te zyn. - Met een' Brief, betrekkelyk tot No. 339.] De Denker. No. 344. Den 31 July 1769. [Onderzoek of de menschen in eenen geciviliseerden staat gelukkiger zyn, dan in den staat der Natuure, zonder door andere Kunsten en Weetenschappen, dan die de Natuur hun noodzaakelyk opgeeft, gesleepen te zyn. - Met een' Brief, betrekkelyk tot No. 339.] De Denker. No. 345. Den 7 Augustus 1769. [Bedenkingen over het voorgeeven, of het getal der Deïsten en Vrygeesten zo groot in ons Land wel is, als men gemeenlyks geloost.] De Denker. No. 346. Den 14 Augustus 1769. [Verhandeling over den zogenoemden Natuurstaat, of Algemeene Kenmerken der menschelyke Natuur.] De Denker. No. 347. Den 21 Augustus 1769. [Verhandeling over den zogenoemden Natuurstaat, of Algemeene Kenmerken der menschelyke Natuur.] De Denker. No. 348. Den 28 Augustus 1769. [Pascal Paoli aan zyne Landsgenooten; Digtstukje.] De Denker. No. 349. Den 4 September 1769. [Dat men verpligt is belydenis van den Godsdienst te doen; zich by die Gezindte te vervoegen, wier karakteriseerende begrippen men toe stemt; dat niemand by eene andere zich mag vervoegen, op welke wyze, en onder welke voorwaarden ook; en, geduurende zyn Lidmaatschap by dezelve, veranderende, dezelve moet verlaaten; enz. ter gelegenheid van het voorgevallene met Dr. Pereboom.] De Denker. No. 350. Den 11 September 1769. [Dat men verpligt is belydenis van den Godsdienst te doen; zich by die Gezindte te vervoegen, wier karakteriseerende begrippen men toe stemt; dat niemand by eene andere zich mag vervoegen, op welke wyze, en onder welke voorwaarden ook; en, geduurende zyn Lidmaatschap by dezelve, veranderende, dezelve moet verlaaten; enz. ter gelegenheid van het voorgevallene met Dr. Pereboom.] De Denker. No. 351. Den 18 September 1769. [Dat men verpligt is belydenis van den Godsdienst te doen; zich by die Gezindte te vervoegen, wier karakteriseerende begrippen men toe stemt; dat niemand by eene andere zich mag vervoegen, op welke wyze, en onder welke voorwaarden ook; en, geduurende zyn Lidmaatschap by dezelve, veranderende, dezelve moet verlaaten; enz. ter gelegenheid van het voorgevallene met Dr. Pereboom.] De Denker. No. 352. Den 25 September 1769. [De Huizelyke Vreede in 't algemeen, en inzonderheid die der Echtgenooten, aangepreezen.] De Denker. No. 353. Den 2 October 1769. [De Huizelyke Vreede in 't algemeen, en inzonderheid die der Echtgenooten, aangepreezen.] De Denker. No. 354. Den 9 October 1769. [Aanspraak aan Nederland, by gelegenheid, dat de beroemde Veldheer der Korsen, Pascal Paoli eenigen tyd, op zyne reis naar Engeland, in Holland zich ophield.] De Denker. No. 355. Den 16 October 1769. [Grietje Staartster over de Komeet.] De Denker. No. 356. Den 23 October 1769. [Lofrede voor de Kermissen, in onze voornaamste Steden.] De Denker. No. 357. Den 30 October 1769. [Een Jongeling door een' zyner Oomen byna bedorven, doch door een tweeden nog bewaard; en een ander door wel op te passen, in Oostindië, te regt gekoomen.] De Denker. No. 358. Den 6 November 1769. [Zedelyke en ernstige Overdenkingen over de sterfte van het Rundvee.] De Denker. No. 359. Den 13 November 1769. [Ootmoedig Smeek- en Verdedigschrift aan den Denker, ontworpen in eene Vergadering van Bedelaars, gehouden binnen de Stad ..... den 2 October 1769.] De Denker. No. 360. Den 20 November 1769. [Antwoord van den Denker op het Smeek- en Verdedigschrift der Bedelaars, van den 2 October 1769.] De Denker. No. 361. Den 27 November 1769. [Over de Oorzaaken van het Spotten met den Kristelyken Godsdienst.] De Denker. No. 362. Den 4 December 1769. [Copy van een' Brief, geschreeven door Hans.... aan Jan .... te Osnabrug, over een hevig geschil, tusschen de Smit, de Wagenaar en een' Tabakverkooper, van een voornaam Visschersdorp, onlangs in het zelve voorgevallen.] De Denker. No. 363. Den 11 December 1769. [Onderzoek waarom de menschen in 't algemeen zo zeer geneigd zyn, te verneemen, wat anderen over hun denken en van hun zeggen.] De Denker. No. 364. Den 18 December 1769. [De Vryheid der Drukpers verdedigd; en hoe het Ongeloof best uitterooien.] De Denker. No. 365. Den 25 December 1769. [Lofrede, over het groot getal der degelyke menschen, die, niet tegenstaande zo groote verbastering, nog in ons Land gevonden worden.]