Amsterdams minne-beekje. Deel 2(1637)–Anoniem Amsterdams minne-beekje– Auteursrechtvrij Inhoudsopgave Aen de Amsterdamsche Sanghstertjes. Aen d'Amstelsche vrywillige Slaven. Sonnet aen Momum. Tweede Deel. Amsterdams Minne-Beeckje. Bruylofts-Liedt, [Pvyck der soete Harderinne] [Verloomt u snelle treden] [Pan de groote God der Harders knapen] Sonnet. Cambajas Minne-suchtjes, [Myn hert is vol verdriet] Aen Juffrouw Carinella. Bruylofts-Drinck-Liedt, [Lieve Linde Boome] [Myn Rosemontje, mijn Engel verkoren] [Thans wy beleven eenen tijdt] [Ghy Nymphjes, die] [Siel rovende Goddin] [Ach Harderinne, die my ontvlucht] [O Schoonste dieder de werelt verlicht] Claegh - Liedt. [Wel Sylviaetje] t'Samen-Gesangh tusschen Harder ende Harderin. Vervolgh op 't voorgaende, waer in een daer-ontrent-weydende Harder het ongheval van dese voorghemelde Harder, aen zijn beminde Herderinne verhaelt. [Trots' Amira sal nemmermeer de min] Sonnet. [Tsa Iphis op de been] Drinck-Liedt, [Vytmunde Goddin] [Vertreckt o gulde Son] [Rosemonde beminde] [Fortuna die my nu ontsteelt] [Hoe smelt dat laffe hartje, int nat en lauw getraen] [Tsa Herders knaepjes] Galathees Treur-klacht. [Minne Godt! ghy die u brandt] Op een Roos Van Juffrou Carinella. [Lest quam een kleyn boefjen-vluch] [Barst bange suchten, nu uyt mijn longhen] [Ick mach wel droevigh zijn] [De silv're dauw die 't morgen root met schaemt] Aen Juffrouw A. S. Q. [AVrora laet af van 't luyeren] [Hoort voor 't laetst mijn klachten] Klinck-Dicht. Ballette Novo. [Lestmael int kriecken van den dagh] [Recht als de schoone dageraet] Op de Kusjes van Juffrouw Carinella. Een ander. [Ach hoe dick benauwt ghy mijn hart] Krelis Joostens vryery. Voor mijn Nymphs roo kaecken, Mins-gelijckheyt. [O Schoone Goddinne] [Ach oversoete Minne] Mary-Smuls-vreught, Op Floraas Weelde. Dronckje-luytjes afscheyts vreucht. Op de Uyt-vaert nae Kales. [Phyllida hoe kund ghy vluchten?] Aen Juffrouw N. N. Bruylofts Pastorel: [Ghelijck de lent het kruyt] [Doen Delos gulde kruyn] [Chelittema waerde Vrouw] [So haest de gulde Son] Pastorel. [Nimphje soet, Bos-Goddin] [Ey Daphne hebt medogen] [Waer heen mijn moye Elsjen] [Laest als ick eens op de kandt] [Voortijts al eer Auroor, haer blonde glans] Bruylofts-Liedt, Aubade. [Soo als de silvre Maen] [Myn soete Rosemont] Olympiaes Claeghliedt, Acteons vervorminge. [PVyck der Harderinne] [Bruyloft, bruyloft, kyeren hoort] [Overschoone Harderinne] [Dwaelt wolligh Schaepjens dwaelt] Register.