Aen de Amsterdamsche Sanghstertjes.
SOetertjes na dien belofte schult maekt,
en ick u lieden belooft hadde het Tweede Deel van het Minne - Beeckje te voorschijn te brenghen, ben ick verbonden, volghens myne belofte, mijn te quijten, verhopende dat het u lieden soo aenghenaem ende wellecom sal zijn als het eerste V Lieden gheweest is, waer in ick ghespeurt hebbe eenighe treck ende welgevallentheyt: Dit doende sult my verplichten om een derde ten voorschijn te brenghen, den geheelen uwen.
Ioost Hartgertsz.