Nieuwe winde-kelken(1864)–J.P. Hasebroek– Auteursrechtvrij Inhoudsopgave Voorberigt. Aan Lord Byron. (Een gedicht der jeugd.) De jongeling bij het graf van Bilderdijk. (Nog een gedicht der jeûgd). Ruth. De Samaritaansche. Mattheus. Aan eene moeder. Sint Nikolaas. Twee hemelen. Isaac da Costa. Een harptoon bij zijn dood. De omfloerste harp. Egyptische wijsheid. De denneboom. (Aan mijne gade.) Op de duinen te Domburg. Vinet's treurzang bij den dood van zijne dochter, in achttienjarigen leeftijd overleden. Bij de schilderij van Gallait, voorstellende: de laatste eer aan de graven van Egmond en Hoorne bewezen. De velden worden wit. Het Magdalenum te Setten. Bij de bijenkorf. Op het kerkhof. (Te Muiderberg.) Dubbele redding. Bidden. Bij den dood van een jongen zeeman. Keizer Max op den Martinswand. (in Tyrol, 1493). De oudejaarsavond-klokken. Andersen. Ecce homo. Bij den dood van de hertogin van Orleans. (Na het lezen van haar levensberigt). Lied en weêrgalm. Overleven. Aan eene jonge weeze. Zendingslied. Aan mijne moeder. Meidoren. Aan den Rijn. Dienst en wederdienst. Liefde tot den dood. (Historisch). Des Christens tempelbezoek. Nieuwjaar. De verplukte krans. (Claudius naverteld). Een psalm. Halfheid. Bij het zien van een regenboog. Mizpa. Jezus prediking aan de zee van Tiberias. (Bij een kunstplaat). De kamertuin. Moed. (Bij Zandvoort). Mijn anker ligt vast. Op de Meduza. Orchideën. In Venetië. (Een nachtgedachte). Wat 'k in de lente min. In de loofhut. (Bij een bruiloft in wijnmaand). Rozen in 't ijs. (Bij eene dergelijke gelegenheid in wintermaand). Vergoeding. Eens vaders rouwklagt. Sneeuwklokje. Winterrust. Het kleine doodkleed. Broedertwist. Aan mijne kamer. Aanteekeningen.