Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nieuwe winde-kelken (1864)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nieuwe winde-kelken
Afbeelding van Nieuwe winde-kelkenToon afbeelding van titelpagina van Nieuwe winde-kelken

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.66 MB)

Scans (4.27 MB)

ebook (2.96 MB)

XML (0.24 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nieuwe winde-kelken

(1864)–J.P. Hasebroek–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 201]
[p. 201]

Wat 'k in de lente min.

 
Wat 'k in de lente min, 't zijn niet het meest haar bloemen,
 
Haar gouden regen, die in bloemfestoenen daalt,
 
Haar meidoorn, die zoo blank als vloeijend zilver praalt,
 
Haar lelies van het dal, die op haar geuren roemen;
 
Haar hyacinten en haar tulpen met haar gloed,
 
Die voor zijn glans den gloor des purpers wijken doet;
 
 
 
Wat 'k in de lente min, 't zijn niet vooral haar zuchtjes,
 
Laauw van den gloed der zon, ze koestrend met haar vuur;
 
't Is niet de malsche kus der jeugdige natuur,
 
Die ons 't gelaat ontplooit door d'adem harer luchtjes;
 
't Is niet de zefir, die met onze lokken speelt,
 
Terwijl hij als een kind ons zacht de wangen streelt;
 
 
 
Wat 'k in de lente min, niet meest haar nachtegalen,
 
Die ons bekoren door haar wondre tooverfluit;
 
Des leeuwriks morgenlied, of 't vol orkest-geluid
 
Der duizend stemmetjes van al de boschkoralen;
[pagina 202]
[p. 202]
 
't Is niet het kirren van de woudduif, die in 't hout
 
Stil achter 't loofgordijn zijn jongen 't nestje bouwt;
 
 
 
Neen, wat ik in haar min, - de lente is 't in mijn boezem,
 
Die door de lente, die daar buiten bloeit, ontwaakt;
 
De lente, die mij door een zon van binnen blaakt,
 
En in mijn borst een hof doet groenen, enkel bloesem;
 
De lente die om 't hair, dat zacht verbleekt, een gloed
 
Verspreidt, alsof de zon de bergsneeuw blozen doet;
 
 
 
De lente, die mij 't bloed, in de aadren als bevroren,
 
Doet hupplen met een vaart als ware ik gansch verjongd;
 
Die in mijn hart een vuur van jonglingsdrift ontvonkt,
 
Als ware ik met heel de aard ten nieuwen dag herboren;
 
De lente, die me een lach doet dwalen langs 't gelaat,
 
Terwijl in 't oog een traan - van waar? te paarlen staat!
 
 
 
Van waar? Gij weet het, Gij, die jaarlijks in de lente
 
Ons 't beeld herschept van 't zoet en onschuldvol Weleer,
 
Ons daarin 't Voorjaar spelt, dat bij u bloeit, o Heer,
 
En van zijn schoon een zweem onze aarde op 't aanschijn prentte,
 
Opdat we als de eidebaar, die ginds ons klepprend groet,
 
De vleuglen reppen, Heer, die lente te gemoet!

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken