Voorberigt.
Dankbaar voor het onthaal van mijne ‘Winde-kelken’ bied ik den belangstellenden lezer deze ‘Nieuwe Winde-kelken’ als ten vervolge aan. Nieuw zijn zij voor verre weg het grootste gedeelte; ofschoon er tevens een en ander in is opgenomen, dat, reeds in vroeger tijd vervaardigd en uitgegeven, hier en daar verspreid was, en als op de hand des verzamelaars wachtte, om niet, als losse bladen, te eerder op den wind te verstuiven en te vergaan. Worde nu dit handvol eenvoudig dichtgebloemte met welwillendheid ontvangen, mede als een bewijs, dat de Schrijver eene kunst blijft liefhebben en, zooveel in hem is, beoefenen van wie hij het alleen betreurt, dat hij aan hare aankweeking bij zich zelven zoo weinig tijds heeft kunnen wijden. Van het ont-