Nieuwe winde-kelken(1864)–J.P. Hasebroek– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 183] [p. 183] Een psalm. Een goede Herder is de Heer: Hij laat mij niets ontbreken. 'k Lig bij de frissche waatren neêr In klaverrijke streken, En als de dagtoorts is gebluscht, 'k Mag na de dagreis weêr in rust Heraad'men bij de beken. Een goede Leidsman is de Heer: Hij kent de regte sporen. Hij brengt op 't goede pad mij weêr, Als ik het heb verloren. Zijn herdersstaf staat trouw mij bij, Door ieder schaduwdal helpt hij, Tot 'k weêr de zon zie gloren. Een goede Gastheer is de Heer: Hij wil zijn disch mij spreiden. [pagina 184] [p. 184] Een keur van spijzen, telkens meer, Wil mij zijn hand bereiden. Zoo volgt mij 't goede dag aan dag, Tot 'k in zijn huis hem groeten mag, Waarheen hij mij wil leiden. Vorige Volgende