Nieuwe winde-kelken(1864)–J.P. Hasebroek– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 174] [p. 174] Dienst en wederdienst. de moeder spreekt: ‘Laat kindren tot mij komen!’ Zoo klonk des Heeren stem. Ik had dat woord vernomen, En trok mijn kind tot hem. Hoe zegende ik dat pogen Bij 't hem verbeidend lot, Toen, door den dood me onttogen, Mijn lievling ging tot God. Nu zoek ik zijn gezigtje Omhoog in de Englenrij..... Hoe zoet loont mij mijn wichtje! Nu trekt mijn Engel mij! Vorige Volgende